zaterdag 15 oktober 2011

Warm en koud eten

Koude empathie is het ergste dat een mens kan krijgen toebedeeld. Koude empathie is het gevolg van het onvermogen om zich verplaatsen in het leven en de geest van mensen die niet voldoen aan de door massamedia verspreide stereotypen. Uiteraard, hebben we allemaal begrip voor een moeder die na een aardbeving wanhopig op zoek is naar haar jongste dochtertje die op het cruciale moment haar hand had losgelaten. Moeders houden immers, zo leert iedere Hollywoodfilm, zielsveel van hun kinderen. Volgens hetzelfde genre bekoelt vaderliefde iets sneller, zeker als er seksuele of zakelijke belangen in het geding zijn. Daarom begrijpen we de vader die zijn zoontje te laat van de crèche haalt omdat hij nog een stapel dikke dossiers met zijn secretaresse moest doornemen.
We hebben aanmerkelijk meer moeite om ons in te leven in een moeder die op het cruciale moment van de aardbeving de hand van haar verstandelijk gehandicapte dochtertje losliet, of de vader die vanwege de melkplekken op zijn pak en stropdas verzuimt een order binnen te halen. Zoiets doe je toch niet? Hij had zich toch even kunnen omkleden? Het wordt helemaal lastig als ons wordt gevraagd mee te leven met een vrouw die een burka veilig en zelfs seksueel opwindend vindt. We trekken de wenkbrauwen op bij het idee alleen al dat er jonge meiden zijn die bewust loverboys zoeken, om er later vreselijk spijt van te krijgen. En om mannen die door hun vrouw worden mishandeld, moeten we op zijn minst meewarig glimlachen. Dat kennen we niet uit Hollywood.
Volgens de Amerikaanse filosoof Richard Rorty leidt koude empathie tot wreedheid. Nietsontziend spreken we over de burka of over loverboys, en maken we grappen over mannen met blauwe plekken in hun ziel. Gestoorde vrouwen, naïeve pubermeisjes en mietjes hoef je niet met al te veel empathie tegemoet te treden. Ze verdienen een psychologische behandeling, en slechts in die zin medeleven. Dus leidt de behandeling die we ze geven niet zelden tot een wrede vergroting van hun leed.


Dankzij Walt Disney zitten dieren gevangen in dezelfde wreedheidsparadox: op grond van een empathie ontwikkeld in relatie tot Dombo, Babe en The Lion King zijn we dieren gaan zien als redelijke wezens, die domme en gemene circusartiesten, boeren, en jagers in medemenselijkheid ver overtreffen. Tegelijkertijd zijn we circusartiesten, boeren en jagers gaan verachten om hun beneden gemiddelde intelligentie en gewetenloze moordneigingen. De Partij voor de Dieren, het Dieren Bevrijdingsfonds, en Stichting Lekker Dier drijven zo op een dubbele dosis koude empathie. Enerzijds doen ze gedomesticeerde en wilde dieren hopeloos te kort, anderzijds ontmenselijken ze beroepsgroepen die sedert duizenden jaren hecht met dierenlevens zijn verbonden. Thieme en Graus blinken uit in wreedheid. Diederik Stapel en Roos Vonk verzonken in ijskoude empathie met hun vooronderstelling dat vleeseters grotere hufters zijn dan vegetariërs.
  

Er was niet zoveel mis met de boerderijplaat van Jetses. De meeste boeren gaan op een door en door liefhebbende wijze met hun dieren om. Ze verzorgen, voeden en slachten op een manier die aansluit bij de geest en waardigheid van hun beesten. Dieren zijn er nu eenmaal ook om te worden uitgemolken en opgegeten. Natuurlijk, er zijn ook onder boeren grote hufters, net zoals er in de wetenschap oplichters en in de politiek populistische charlatans zijn. Maar, het grote dierenleed van onze samenleving wordt niet zozeer veroorzaakt door deze rotte appels uit het boerenbedrijf, maar door wetenschappers en politici die samen met het grote publiek zijn opgegroeid voor de videorecorder met banden van Disney. Daardoor, en alleen daardoor, ervaren we Tinkebell die een hond fileert als wreder dan Thieme die een boerengezin kapot maakt.


Geen opmerkingen: